Normaal gesproken dient een werknemer een verzoek in en heb je als werkgever twee weken de tijd om daarop te reageren. Als je afwijkende afspraken hebt gemaakt is dat uiteraard anders.
Vakantieaanvraag weigeren
Een werkgever mag een vakantieaanvraag weigeren als hij daar een ‘dringende reden’ voor heeft. Een reden is ‘dringend’ als de bedrijfsvoering ernstig verstoord zou raken als de werknemer op vakantie zou gaan. Bijvoorbeeld omdat het dan extreem druk is vanwege het hoogseizoen. Of vanwege dreigende onderbezetting omdat veel van de collega’s in die periode al met vakantie zijn.
Als een werkgever een vakantieaanvraag wil weigeren, dan moet hij dat schriftelijk en gemotiveerd doen én binnen twee weken nadat de werknemer het verzoek heeft ingediend. Heeft de werkgever na twee weken nog niet gereageerd, dan staat de aangevraagde vakantie vast.
Nog geen zekerheid
Een werknemer heeft de eerste twee weken na diens verzoek dus nog geen zekerheid dat de vakantie kan doorgaan. Als diegene dan wel al tickets heeft gekocht of een hotel heeft geboekt, dan is dat voor eigen risico. Maar dat is natuurlijk wel zuur voor de medewerker, met de onderlinge relatie in gedachten is er daarom misschien een oplossing te bedenken?
Dit zijn de wettelijke regels die medewerkers niet altijd zullen kennen. Om teleurstellingen en discussies te voorkomen raden wij je aan om op intranet, in een personeelshandboek of bijvoorbeeld in een jaarlijks terugkomende mail of brief de procedure uit te leggen. Je kan daarin bijvoorbeeld ook al aangeven dat je een vakantieverzoek in het hoogseizoen hoogstwaarschijnlijk zal weigeren.
